Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties

 

Artikel 13 (vervangende hechtenis)
1
Indien de geldelijke sanctie is opgelegd bij rechterlijke uitspraak waarbij tevens een tot vervangende hechtenis strekkende sanctie is opgelegd, kan de rechter op vordering van de officier van justitie verlof tot tenuitvoerlegging van die vervangende hechtenis verlenen. De vordering wordt slechts ingesteld indien de veroordeelde niet aan de verplichting tot betaling van de geldelijke sanctie voldoet, volledig verhaal op grond van de artikelen 574 tot en met 576 van het Wetboek van Strafvordering op diens inkomsten of vermogen niet mogelijk is gebleken en de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat met de tenuitvoerlegging van die vervangende hechtenis heeft ingestemd.
2
De vordering wordt ingesteld bij en behandeld door de raadkamer van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden.
3
De officier van justitie roept de veroordeelde op voor de behandeling van de vordering. De behandeling vindt plaats in het openbaar.
4
De vordering wordt niet toegewezen indien het feit waarvoor de sanctie is opgelegd, indien het in Nederland was begaan, naar Nederlands recht niet strafbaar zou zijn.
5
Bij de beoordeling van de vordering houdt de raadkamer rekening met gedeeltelijke betalingen die door de veroordeelde zijn verricht en het verhaal dat reeds ingevolge de artikelen 574 tot en met 576 van het Wetboek van Strafvordering is genomen.
6
Bij toewijzing van de vordering bepaalt de raadkamer de duur van de vervangende hechtenis. Artikel 24c, tweede tot en met vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing. De duur wordt niet hoger bepaald dan het maximum dat door de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat is aangegeven.
7
De beslissing van de raadkamer wordt aan de veroordeelde betekend. Artikel 564 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.
8
De tot vervangende hechtenis strekkende sanctie kan te allen tijde worden beƫindigd door de officier van justitie. De hechtenis eindigt indien de veroordeelde alsnog volledig voldoet aan de verplichting tot betaling van de geldboete.
9
Indien de vordering wordt toegewezen en de tot vervangende hechtenis strekkende sanctie ten uitvoer wordt gelegd, stelt de officier van justitie de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat hiervan onverwijld schriftelijk in kennis.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •